Diary note 62: China in drie stappen

Lezing gehouden voor het discusssiegenootschap ‘de Tomaat’, De Witte, Den Haag

China van binnenuit.

Vandaag, 12 oktober 2023, had ik willen spreken over het hedendaagse China in de hedendaagse geopolitiek. Maar naarmate ik hierover nadacht kwam bij mij de gedachte op dat het heden van China meer dan doorgaans wordt aangenomen een voortzetting is van het verleden van China. En dat de continuïteit van de Chinese samenleving en cultuur een vaak onderschatte factor is.

Ik wil daarom voor het begrijpen van het hedendaagse China een duik nemen in het verleden en wel in drie stappen. De eerste stap is oppervlakkig en gaat over de rol van de hoofdstad in de Chinese historie. De tweede vertelt van mijn bezoek aan de hoofdstad Peking in 2009 en mijn persoonlijke indrukken. De derde stap zal gaan over de overleveringen van Confucius, de zogenaamde Analecten, die de traditionele basis vormen van de staatsleer.

Ik hoop dat deze drie stappen, hoe gebrekkig ook, ons dichterbij zullen brengen tot een begrip van China “van binnenuit”.

Stap 1, de  geschiedenis

1. China is oud
de VS is niet oud
Europa ligt daartussen

Veel van de misverstanden over China in Amerika lijken terug te voeren op het verschil tussen een nieuwe en een oude beschaving.

Amerika is 2 en halve eeuw oud en China 2 en half millennium. Amerika is vooral toekomstgericht, China is dat pas geworden na de vestiging van de Republiek in 1917 en de Volksrepubliek in 1949.

Misschien kan Europa beter begrijpen wat het is een duizend jarig bestel te richten op de toekomst.

2. De huidige hoofdstad van China is Beijing. Beijing werd gevestigd in 1644 als hoofdstad ter vervanging van Nanjing, de Zuidelijke Hoofdstad gevestigd in 1368. Beijing en Nanjing volgden in een hele serie hoofdsteden, te beginnen bij Chang’an, dat al bestond in de Han-dynastie (206 v.C. – 220 n.C.). Deze hoofdsteden waren niet onbetekenend. Chang’an was bij voorbeeld in de T’ang-dynastie (618 – 907) even groot als Constantinopel.

3. Hoofdsteden vormen sinds tweeduizend jaar het centrum van het Chinese rijk waar alle macht zich samenbalde in de keizer en van daaruit weer terugvloeide naar staten en steden.

4. Dit rijk en deze keizer konden terugvallen op een ambtelijk apparaat van Mandarijnen die de economie beheersen en oorlog voeren en rechtspreken.

5. Dit apparaat werd geschoold via een academisch examensysteem. Slagen voor de academie gaf toegang tot het ambtelijk apparaat.

6. Bij de verplaatsing van de hoofdstad reizen de keizer, het ambtelijke apparaat en het academische examensysteem mee.

7. Dit top-down staatsapparaat blijft ook bestaan als een buitenlandse mogendheid China verovert. China is meermalen veroverd, o.a. door de Mongolen (Yuan-dynastie 1271 – 1368) en de Manchu’s (Qing-dynastie 1636 – 1912). De buitenlandse dynastie fuseert met het Chinese systeem.

8.In zijn vertaling van de Analecten van Confucius maakt Arthur Waley de interessante aantekening dat de Chinezen hun persoonlijk levenstijd niet registreren met een abstract jaartal, maar naar de Keizer in wiens tijd zij leven.

9. Een belangrijke bron voor de staatsleer van China is Confucius (551 – 497 v.C.). Er zijn andere invloeden, gedurende meer dan 2000 jaar, die leiden tot het neoconfucianisme. Maar geen invloed was zo belangrijk als de leer van Confucius. Ieder schoolboekje in China begint met een uitspraak van Confucius over de eenheid van de mensheid. Vanaf de Oostelijke Han-dynastie (25 – 220) werden de Confucianistische klassieken al in keizerlijke opdracht in steen gegraveerd, laatstelijk door de Qing-keizer Qianlong vanaf 1789. De leer van Confucius is en moet blijven.

10. De homogeniteit van de staatsleer valt op en leidt tot verschillende reacties bij hervormers. De jezuïeten, die eeuwen geleden probeerden China te kerstenen, speelden al met de gedachte dat het voldoende zou zijn de keizer te bekeren. Het staatsbestel zou volgen. Na de val van het Manchu Keizerrijk in 1917 tracht de nieuwe republiek een geheel nieuw systeem in te voeren , gebaseerd op westerse voorbeelden. China wil af van Confucius. China wil af van zijn verleden. Mao Tse Tung tracht na de liberale revolutie het Marxisme als staatsleer door te voeren.  Ook wordt de stad meer gelijk gemaakt met het platteland. Toen dit niet goed lukte heeft tijdens de Culturele Revolutie de revolutionaire jeugd geprobeerd in de geest van Mao de confucianistische. nalatenschap te vernietigen, wat niet lukte.

Onlangs beëindigde President Xi Jinping zijn toespraak met Confucius, mogelijk onbewust.

Stap 2 hedendaagse indrukken

Ik was nooit eerder in de hoofdstad geweest en besloot daar het Keizerlijk regeringscentrum niet het eerste te bezoeken. Dit regeringscentrum was in het verleden niet toegankelijk voor de gewone Chinees. De ‘purperen Verboden Stad’ was verboden voor de Chinese burger, die grotendeel ten Zuiden daarvan woonde in een benedenstad. Je kwam in de Verboden Stad alleen binnen via een relatie tot of het ambtelijk apparaat of de dynastie. Het begrip burger was in China overigens onbekend.

De tempel van Confucius, niet ver van de Verboden stad, maar wel daarbuiten, zou een goed startpunt kunnen blijken. Wij, mijn partner en ik, togen daarheen.

De tempel van Confucius lag in een oude straat, een hutong, In de stoep markeerden twee stenen de nabijheid van de toegangspoort van de tempel. Deze stenen bevatten een bevel in twee talen, het mandarijn en het Manchu. Bezoekers werden bij deze verhogingen gemaand om af te stijgen en verder te voet te gaan. Uit respect voor de grote leraar. Voorname Chinezen hadden en draagstoel of waren te paard. Deze afstapstenen lagen overal in China bij de tempels van Confucius.

Zij leerden mij dat boven de elite van militairen en ambtenaren een hoger gezag bestond anders dan de keizer. Een soort moreel gezag.

De toegangspoort had wel iets van een militaire controlepost, niet van een ingang tot een religieus heiligdom, maar van een meer werelds hoogtepunt.

Daarachter ontvouwde zich een grote binnenplaats, waar duizenden ambtenaren of studenten zich konden verzamelen. Waardige rijen bomen gaven deze binnenplaats iets van een voorhof.

Een formidabel beeld van de glimlachende leermeester begroette de bezoeker, voordat men de tempel binnenging, die voornamelijk memento’s bevatte, en geen religieuze zaken. Terzijde was een enorme verzameling van steles, met de door de eeuwen in steen gehakte namen van alumni die slaagden voor het driejaarlijkse overheidsexamen. Ruim vijftigduizend. Er was ook een in steen gebeitelde verzameling uitspraken van Confucius.

(Men kon zich overigens voorstellen dat voor een belangrijke beslissing of examen hier wel gebeden werd om een goede afloop.)

Ook viel het gebruik van steen op, Uit zwart graniet waren gigantische trommels gehouwen, naar men zegt al onder de Chou, duizend jaar voor onze jaartelling, en daarna door verschillende keizers versleept. Trommels van graniet. De benadrukking was van iets blijvends, een eeuwige waarheid .Of een stille kracht, om Couperus te citeren.

Tijdens de Culturele Revolutie deden de Rode Gardisten in de Tempel van Confucius en de belendende keizerlijke academie pogingen ook de duizenden in steen gehouwen schrifttekens van K’ung Fu-tze te verwoesten, maar slaagden daar niet in. Men zegt wegens interventie door de communistische partijleider Tsjoe En-Lai.

Zowel de actie van de jeugd als die van het lid van de regering bevestigen het blijvend belang voor het heden van de filosoof: oud tegen nieuw.

Maar er was een andere verrassing., een Keizerlijke Leerstoel.

Aan buitenkant van de tempel bleek ook de keizerlijke academie gehuisvest geweest. De keizerlijke academie was de hoogste instantie waar toekomstige ambtenaren hun finale staatsexamen af legden om toegelaten te kunnen worden tot een plaats in de bureaucratie van het rijk.

Deze academie reisde zoals gezegd mee met de keizer, en bevond zich dus sinds eeuwen in de Noordelijke hoofdstad.

Binnen deze academie was bovendien een speciaal paviljoen ingericht waar een of enkele malen per jaar de Keizer kwam om mondeling de staatsleer te interpreteren voor de top van het politieke en ambtelijke apparaat. Wie dicht bij de Keizer stond, werd geacht zijn woorden mondeling door te geven naar achterstaande rijen.

Voor deze Keizerlijke les aan zijn dienaren was dus een speciaal paviljoen gebouwd. Het lag midden in een ronde vijver (het symbool van het heelal) en vormde daarbinnen een vierkant (het symbool van het rijk).

Het was niet moeilijk om hierin een voorloper te zien van de huidige bijeenkomsten in het volkspaleis, op enkele duizenden meters daarvandaan, aan het plein van de Poort van de Openbare Vrede, waar nu de leider van de communistisch partij voor heel China de staatkundige toekomst interpreteert en de koers formuleert.

Het maakt immers uit wie in het Rijk van het Midden het mandaat van de hemel interpreteert en dat was in het communistische China opnieuw niet het volk. Wel werd het aan de Verboden Stad grenzende Tien An Men plein fors uitgebreid. En naar voorbeeld van het Rode Plein met het tsaristische/Leninistische, niet Chinese, mausoleum van de eerste keizer van de nieuwe dynastie. Ook waakte zijn portret nog steeds aan het plein boven de zuidelijke ingang van de Verboden Stad.

Kortom, het bezoek aan de feodale tempel (zoals de Rode Gardisten hem noemden) wierp een eigen licht op de actuele politiek van het Rijk.

Afgezien van de rol van de keizer als bewaker van de eenheid van de staatsleer, valt op te merken dat hiervoor een keizerrijk-wijd instituut bestond, de genoemde keizerlijke academie. Zij was meer dan een universiteit, eerder een soort staatskerk. Aan de ene kant de bewaker van de eenheid, aan de andere kant bron van kritiek op de staat. Ik stel mij deze voor als het katholieke college van kardinalen te Rome. Voor een gigantisch rijk als het Chinese met zeventien culturen en diverse talen, provinciale en stedelijke besturen, was het niet vanzelfsprekend dat de ontwikkeling van denkbeelden zou overeenstemmen. Zoals de Paus met ketterij, had de keizer structureel te kampen met afwijkende opvattingen binnen en buiten de Verboden Stad.

In de keizertijd bestond de gewoonte dat hoge ambtenaren uit de omgeving van de keizer de volgzaamheid van het apparaat inspecteerden. Dat wil zeggen de mate van succes van de centraal verordonneerde politieke instructies. Zij gingen op dienstreis in de provincies of liever deelstaten van het rijk, om de homogeniteit en geloofwaardigheid te bevorderen

Ik kende deze inspecties uit de literatuur, en ook uit de detectiveromans van de Nederlandse auteur en sinoloog Robert van Gulik, de Rechter Tie serie.

Er kan weinig twijfel bestaan aan het autoritaire karakter van het confucianistische keizerrijk. Ethiek en politiek kwamen uit de mond van der keizer. Maar het beeld is genuanceerder.

Ook Taiwan was confucianistisch, en dus gezagsgetrouw. Ik schreef daarover mijn eigen impressies op in Travels with Kengie. Maar de staat kon er gecorrigeerd worden door protest. Zoals bleek bij een opstand van een oude buurt in Taipei tegen afbraak ten behoeve van een verkeersplein. Niet alleen ging de afbraak niet door maar ook kreeg het standbeeld van Chiang Kai Sjek een bescheidener plaats in het ontwerp. Dit is nog geen democratie, maar een gevoeligheid voor de stem des volks. Het maakt een top-down democratie denkbaar.

Stap 3 de leer

Confucius (Kong Fuzi 551-479 v.C.), wiens uitspraken verplicht bestudeerd werden door iedere ambtenaar, was een rondreizende theoreticus van de Chinese staatsfilosofie geweest, wiens verzamelde werken tweehonderd jaar na zijn dood sacrosanct werden. In het Westen staan zij bekend als de Analecten.

De neiging van de Westerling is al gauw om bij deze intellectuele grondslag aan iets zweverigs te denken en niet aan realisme. De Chinese cultuur is daarentegen doortrokken van een praktische geest. Confucius was een empiricus, uitgaande van de dagelijkse praktijk. Hij doet soms denken aan Machiavellis speurtocht naar realisme in de politiek.

Zo zegt Confucius:

Book IX-17 The Master said, I have never yet seen anyone whose desire to build up his moral power was as strong as sexual desire.

Ik geef hem graag het woord, met een persoonlijke bloemlezing uit zijn oudste werk.:

(The Analects of Confucius, Arthur Waley)

Boek I – 10
Tzu-Ch’in said to Tzu-Kung, When our Master arrives in a fresh country he always manages to find out about its policy. Does he do this by asking questions, or do people tell him of their own accord?
Tzu-Kung said, Our Master gets things by being cordial, frank, courteous, temperate, deferential. That is our Master’s way of enquiring – a very different matter, certainly, from the way in which enquiries are generally made.

II – 1
The Master said, he who rules by moral force (tê) is like the pole-star, which remains in its place while all the lesser stars do homage to it.

II-3
The Master said, Govern the people by regulations, keep order among them by chastisements, and they will flee from you, and lose all self-respect. Govern them by moral force, keep order among them by ritual and they will keep their self-respect and come to you of their own accord.

II-11
The Master said, he who by reanimating the Old can gain knowledge of the New is fit to be a teacher.

II-12
The Master said, A gentleman is not an implement.

II-19
Duke Ai asked, What can I do in order to get the support of the common people? Master K’ung replied, If you ‘raise up the straight and set them on top of the crooked’, the commoners will support you. But if you raise the crooked and set them on top of the straight, the commoners will not support you.

III-5
The Master said, The barbarians of the East and North have retained their princes. They are not in such a state of decay as we in China.

IV-16
The Master said, A gentleman takes a much trouble to discover what is right as lesser men take to discover what will pay.

VIII-14
The Master said, He who holds no rank in a State does not discuss its policies.


IX-16
Once when the Master was standing by a stream, he said, Could one but go on and on like this, never ceasing day or night!

IX-17
The Master said, I have never yet seen anyone whose desire to build up his moral power was as strong as sexual desire.

IX-25
The Master said, You may rob the Three Armies of their commander -in-chief, but you cannot deprive the humblest peasant of his opinion.

XII-7
Tzu-Kung asked about government. The master said, Sufficient food, sufficient weapons, and the confidence of the common people. Tzu-Kung said, Suppose you had no choice but to dispense with one of these three, which would you forgo? The Master said, Weapons. Tzu-Kung said, Suppose you were forced to dispense with one of the two that were left, which would you forgo? The Master said, Food. For from of old death has been the lot of all men; but a people that no longer trusts its rulers is lost indeed.

Literatuurlijst

In search of old Peking
L. C. Arlington & William Lewisohn
Oxford University Press
Oxford, 1935/1987

The Analects of Confucius
Arthur Waley
George Allen & Unwin Ltd.
London, 1938/1964

1000 Years of Joys and Sorrows
Ai Weiwei
The Bodley Head
London, 2021