Geschiedenis is, wat geschied is. Wat geschied is, geschiedt niet, niet meer. Wat geschiedt? Wat nog niet geschiedenis is. Geschiedenis is een ding.
Het doet mij denken aan de ambivalente titel van het laatste boek van een collega of vriend: afscheid van de dingen. Hij voelde dat zijn eind naderde. Weldra zouden er alleen dingen zijn. Hijzelf ook een ding.
Maar wat geschiedde was juist omgekeerd: zijn dingen verdwenen met hemzelf. Niet de dingen, maar het afscheid telde in de titel het meest.
Wat geschiedt, wat leeft, ontmoet de mens als iets dat niet bestaat; een onding als het ware. Een illusie.
Het is de vraag of de zogenaamde realistische opvatting van het leven, een wereld van feiten, niet een illusie is. Zij veronderstelt een beschouwer buiten de menselijke ervaring.
De ervaring van Boeddha, dat het leven een illusie is en niet bestaat, is wellicht dichter bij de waarheid.
Stervend zong Franciscus met de anderen.