Op 13 oktober 2022 hield ik voor het genootschap De Tomaat ( Den Haag, Sociëteit De Witte) een geïmproviseerde inleiding. Hierbij mijn aantekeningen.
Is een Europese Vrede mogelijk, dat wil zeggen een vergelijk tussen Rusland en Europa?
Eerst in het licht van het verleden, met een blik op de aanwezigheid van Rusland in Europa: in een geopolitiek perspectief van vijfhonderd jaar. Het is illusoir deze aanwezigheid te negeren.
Vervolgens de toekomst. Wil men niet tot een herhaling van de Koude Oorlog komen dan is introductie van Europa als autonome factor van belang. Ik wil ons afvragen of een politiek denkbaar is, die een autonoom Europa nastreeft.
Zo’n autonoom Europa is allerminst vanzelfsprekend.
I. Wereldorde
Wie over een half millennium (1500-2000) wereldwijd de geopolitieke ontwikkelingen beziet, krijgt met een aantal imperia te maken.
China heeft zich, door de strijd tegen de Mongolen, moeten terugtrekken als zeemacht en is vanaf het midden van de 15e eeuw een landmacht geworden. De kust wordt daarna toenemend door het Westen gekoloniseerd.
Pas in de negentiende eeuw roert het zich weer en bevrijdt zich een eeuw later van bemoeienis door het Westen. Het geopolitieke probleem blijft echter bestaan dat het zich naar twee zijden moet beschermen, namelijk Rusland en Amerika, een landmacht en een zeemacht. De laatste vijfjarenplannen beogen van China tevens een zeemacht te maken.
Rusland heeft zich als nieuw imperium uitgebreid tot de Stille Oceaan. Nadien heeft het zich westwaarts gericht en Europa ontmoet, zonder tot globale zeemacht te worden door de verovering van het Europese schiereiland. De Islamitische wereld zuidwaarts is rafelig en bleef een speelveld voor diverse imperia – zoals China, Rusland en Amerika.
Europa heeft zich in het halve millennium ontwikkeld tot een mondiale zeemacht met overzeese koloniën. Niet gehinderd door de geopolitieke opkomst van Rusland en Amerika heeft het zich een veelheid van concurrerende imperia veroorloofd: Engeland, Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland (en geografisch gezien ook het Ottomaanse rijk). Deze concurrentie leidde tot onderlinge gevechten, die in de twintigste eeuw in twee wereldoorlogen de Europese geopolitieke positie verwoestten. De facto komt daarna Europa onder de vleugels van het Amerikaanse imperium en ten dele ook van Rusland, en wordt onderdeel van een concurrentie tussen twee buiten-Europese imperia.
Amerika ontwikkelt zich als Rusland in vijfhonderd jaar tot een nieuw imperium. Eerst door het terugdringen van de Europese imperia, Engeland, maar ook Spanje; later door het verslaan van een Japans en Duits bondgenootschap. Dit in opportunistische samenwerking met Rusland. Beide bondgenoten verdelen de macht in Europa.
Na de terugtrekking van de Westerse koloniale imperia raakt Amerika als zeemacht in allerlei postkoloniale landoorlogen betrokken.
Rond 1500 bestonden Amerika en Rusland nog niet als imperia. Het is alsof deze toekomstige imperia de eerste eeuwen opereren in een soort politiek vacuüm. Zij veroveren een politiek laagwaardig, zo niet leeg, gebied van nomaden en landbouwers zonder een sterk staatsbestel. In beide gevallen lijkt de geografische positie van Rusland en Amerika in Oost en West tot een soort blindheid voor historische gegevens te leiden.
Voor Amerika is de islamitische wereld een probleem, zoals voor Rusland. Binnen deze onbestemde zone leeft de herinnering aan twee imperia, het Perzische en het Ottomaanse.
De conclusie kan zijn dat een multipolaire wereldorde is ontstaan, waarin Europa is verzwakt is en als autonome factor verdwijnt.
Russische expansie
Men kan in dit planetaire geopolitieke licht de Russische geschiedenis simplificeren als:
– Een eerste fase van twee eeuwen expansie over de Oeral, die pas eindigt bij de Stille Oceaan.
– Een tweede fase na Peter de Grote, (obiit 1725 ) waarbij Rusland een achterstand in moderne techniek door Europeanisering tracht in te halen.
– Een derde fase vanaf het midden van de 18e eeuw waar in het deels geëuropeaniseerde imperium zich met Europese zaken gaat bemoeien als ware het een Europese staat.
– En de huidige fase waarin Moskou moet besluiten hoe om te gaan met landmacht China en zeemacht Amerika, en een Europa dat niet langer imperiaal van aard is.
Wat doet Rusland als het om welke reden ook lokale politieke autonomie tegenkomt?
Leerzaam is de eerste verovering van Oekraïne, de Krim en de Zwarte Zeekust in de tweede helft van de 18e eeuw. Door Prins Potemkin (dienstjaren 1761-1791) onder Catharina de Grote.
Dit gebied kende bij internationaal verdrag (Küçük Kaynarca, verdrag met de Ottomanen 21 juli 1774) erkende khanaten, maar ook gevestigde etnische minderheden als Grieken, Armeniërs, Georgiërs en andere christenen. Verschillende categorieën laten zich overhalen om uit hun geboortegrond te vertrekken en kolonisatoren te worden in elders door Rusland veroverd gebied.
Het verdwijnen van een ingeburgerde productieve klasse van landbouwers en handelslieden doet Moskou weinig. Die leemte wordt gevuld met Russische kolonisten die met staatsteun weten te overleven. De slavist Marc Raeff aan wie ik deze gegevens ontleen schreef in 1990:
“This has been the experience of the Ukrainians and the Cossacks in particular and in the 18th and 19th centuries it was also experienced by the people involved in more recent acquisitions in the south and the east. With varying means, at different rates, Russian imperial policy toward the non-Russian people within the borders of the state was one of social and administrative assimilation which in the 19th century was bound to carry in its wake strong suggestions of cultural Russification as well” (pag. 138)[i]
Moskou bereidde zich, zoals gezegd, gedurende twee eeuwen uit in een gebied van landbouwers en nomaden, zonder sterke staatsstructuur. Men gebruikte in Moskou wel begrippen als het binnenhalen van nieuw land.
Pas als Moskou zich westwaarts richt wordt dit anders. In de 18e eeuw bij de inlijving van Finland en een deel van Polen krijgt Rusland duidelijk te maken met bestaande politieke structuren. De keizer van Rusland krijgt bij voorbeeld als taak erbij groothertog van Finland te zijn en de koning van Polen. Rusland ontmoet historisch Europa, zoals de kerk van Rome.
En hiermee ontmoet Rusland ook de historie van imperia. Een diepe historie die onder meer die van het Romeinse Rijk omvat, en enkele eeuwen later het rijk van Karel de Grote, dat eens de Islamitische invasie vanuit Afrika tegenhield. Maar Europa raakt vervolgens verdeeld, eerst door religieuze verbrokkeling, daarna door nationalisme. Binnen de Europese imperia is een lange historie aanwezig van relatieve lokale, nationale autonomie, die in Rusland niet bestond, waar alles, ook de kerk, geleid werd door de Tsaar.
Dit verschil in structuur leidt tot misverstand en misrekening. Een voortdurend probleem waarbij Europa Rusland als een soort Europa ziet en Rusland Europa als een soort Rusland.
II. Enkele Misverstanden
Om te vermijden dat ik in herhalingen val, put ik nu uit mijn persoonlijke herinneringen.
Na de val van de Berlijnse muur adviseerde ik om ten paleize een conferentie te organiseren met als spreker Martin Malia[ii]. Een gerenommeerde deskundige omtrent de verhouding van Rusland tot Europa en omgekeerd. Hij kwam en liet in mijn brein na dat Rusland en Europa elkaar decennialang kunnen mis-taxeren. De geopolitieke diagnose liep over en weer zelden synchroon.
Dit leidt ook vandaag tot over en weer onwerkelijke gedachten, zoals de gedachte dat de imperiale methode van Russische expansie te wijten zou zijn aan Putin, terwijl Putin zich beroept op de historie. Of omgekeerd dat de NATO aanvallen zou voorbereiden op Rusland, terwijl de NATO zich denkt te moeten verdedigen.
Ik herhaal hier niet de voorbeelden van Malia, maar richt mij op eigen bescheiden ervaringen met misverstanden gedurende een paar verblijven in Moskou.
Zo werd ik in 1990 in het Kremlin gevraagd uiteen te zetten wat Rusland na de val van de muur moest doen.
Ik had deze vraag niet verwacht en zei dat de Russen hun eigen situatie moesten bezien en ad hoc conclusies trekken en niet teveel het buitenland imiteren. Dit antwoord viel niet in goede aarde. Pas later daagde het mij dat men mij niet een Europese vraag stelde maar een Russische. Wat zou een nieuwe tsaristische toekomstvisie kunnen zijn? Het idee van denk zelf, besluit zelf was een te Europees antwoord geweest. Een imperium denkt, als het denkt, top-down.
Een andere ervaring betrof de afstand tussen de top en de basis, die anders, kleiner of groter was dan ik gewend was als Europeaan. Of anders gezegd, ik ontdekte de zwakte van het middenveld.
Zo kon mijn Russische tolk en lijfspion bij een ander bezoek aan Moskou zelden direct antwoord geven op de meest simpele vragen. Al snel had ik door dat hij telkens een lijn naar de top raadpleegde. Er was geen autonomie op het middenvlak.
Omgekeerd onderbrak een minister in het Kremlin ons gesprek om per telefoon een kwestie te regelen op een school in Vladivostok, aan de Stille Oceaan.
Het verhelderde later waarom Putin zoveel prioriteit gaf aan het herstellen van de verticaal, zoals hij de lijn tussen hemzelf en de uitvoering noemt. Hij meende dat deze imperiale verticaal door zijn voorgangers was verwaarloosd en beschadigd.
(Ik trok uit deze incidenten trouwens ook de conclusie dat ik via mijn bewaker zijdelings toegang had tussen het centrum en de periferie van de besluitvorming.)
Kortom, Rusland is anders dan Europa. Het is daarom naïef Putin te zien als een aberratie van persoonlijke aard. Hij is eerder iemand die het vak van tsaar nog aan het leren is.
Het is daarom nodig waakzaam te zijn op fundamentele misverstanden. Bij voorbeeld over de aard van de toenadering tot Europa. Het is zeker zo dat in de tweede periode onder Tsaar Peter, Rusland een soort Europa in Petersburg bouwde en schijnbaar Europese instituties schiep, als academies van wetenschappen. Maar deze Europese wereld bewoog zich in een Russische wereld van slavernij.
De gedachtenwereld van de derde periode, die samenvalt met de Verlichting, onder de Duitse vorstin Catharina; en die Rusland moderniseerde, was in feite die van het Duitse kameralisme. Het is een leer van beheer van het nationale vermogen. Deze gedachtengang nam van de Verlichting over dat de bevolking verheven moet worden uit een primitieve economie en cultuur. Maar zag als middel daarvoor, als de Corsicaan Napoleon, een sterke staat geleid door een vorst. Een soort staatsverlichting.
Het is misleidend deze filosofie van volkverheffing met Europese ogen te zien, en bij voorbeeld alleen toe te schrijven aan het communisme.
Een misverstand van andere aard is om de Russisch bovenlaag, de top van Putins verticaal, te zien als nationaal. In een recent essay wijst de Franse socioloog Edgar Morin op de multinationale herkomst van recente Russische leidinggevenden. Ik geef als voorbeelden:
Stalin, net als Beria en Sjevardnadze: Georgiër
Mikoyan , Lavrov: Armeniërs
Brezjnev, Chroesjtjov: Oekraïners
Putin, Yeltsin, Gorbatsjov: Russen
Van deze tien imperiale leiders zijn er drie Rus.
De eerder genoemd slavist Raeff ziet het toekennen van topposities aan niet-Russen in het imperiale bestel als systematisch. Zij worden geïntegreerd als staatsdienaren en zijn afhankelijk van het imperium.
Het begrip oligarch is te Amerikaans.
In de huidige situatie heeft Europa last van het feit dat men Amerika te goed kent en Rusland te slecht.
Contouren van een schikking
Is tussen het niet-imperium Europa en het Russische imperium een schikking mogelijk? Of anders gezegd, is er tussen het Amerikaanse imperium en het Russische plaats voor een Europees imperium?
Ik geef hier een schets voor de ontwikkeling van een geopolitiek, die misschien tot vrede leidt.
a. Het algemene doel
Autonomie voor Europa, op geopolitiek gebied. Dit is een voorwaarde voor een Europese Vrede. Men hoeft niet direct en openlijk naar een imperium te streven, maar moet wel kunnen meespreken en meedoen in een wereld beheerst door Amerika, China, en Rusland, die alle drie deze autonomie wel opeisen.
Europa zal zich moeten manifesteren als zeemacht en als landmacht.
Het is niet in het belang van Europa om China en Rusland op een hoop te jagen. Of omgekeerd Europa en Amerika uiteen te laten spelen.
Dit zal de rol van de Europese Unie en van de NAVO veranderen.
b. Een begrenzing van Europa
Militair moet Europa duidelijk een grens trekken. Is dat de huidige NATO grens?
Een veiligheidszone van neutrale staten tussen Rusland en Europa is niet principieel verwerpelijk. Horen Oekraïne en Wit-Rusland daarbij?
Europa heeft de verdediging van de Middellandse Zee grotendeels afgeschoven op Amerika. Wat wordt t.b.v. een autonoom Europa de geopolitieke positie van Turkije, Israel, Egypte, Libië, Noord-Afrika?
Is een aaneengesloten bevriende zone denkbaar? Europa kan geen vijandige staten in deze voormalige Ottomaanse zone tolereren. Een rol voor Turkije en Israel?
c. Een streven naar economische Autarkie is denkbaar; welke zwakke punten moeten in een Autonoom Europa verdwijnen? Grondstoffen, voedsel, techniek en research ?
d. Ter verdediging van de interne democratie van Europa is het wenselijk, zonder de nationale gevoelens sterk te verstoren, een Europees systeem van lokale en regionale autonomie te ontwikkelen; die een gelijkwaardige volksvertegenwoordiging bevordert waarmee de kiezer identificeert. Misschien kan het Duitse Länder Systeem model staan.
e. De besluitvorming aan de top van een Autonoom Europa zal in noodgevallen snel moeten zijn, zoals nu in de Russische dreigingsperiode blijkt. Is een uitzonderingsregeling mogelijk? De huidige onzekerheid vraagt om duidelijkheid.
III. Wellicht ten overvloede een snel overzicht van enkele voorafgaande overwegingen.
a. De invalshoek: Geopolitiek is de relatie van de politiek met de geografische plek waar zij bedreven wordt. Dit kan zijn op kleine schaal, maar ook op de van de wereld als geheel. Vandaag zullen wij ons ergens daartussen situeren.
De belangstelling voor geopolitiek werd aanzienlijk toen grootmachten op de schaal van continenten ontstonden aan het eind van de negentiende eeuw. Het ligt voor de hand te denken aan Europese koloniale machten. Zoals Engeland en Frankrijk, zelfs Nederland, maar ook aan de koloniale ambities van Amerika en Japan in de negentiende eeuw.
Er ontstonden toen geopolitieke discussies: of het zwaartepunt van de Europese macht overzee lag of over land? Amerika is wel uitgeroepen tot zeemacht, Rusland tot landmacht. De Europese positie was onduidelijk.
Europa was bovendien innerlijk verdeeld. Sinds de Napoleontische oorlogen leek de voornaamste ambitie te voorkomen dat een van de Europese Rijken, bij voorbeeld Duitland, dominant werd. Het perspectief was als het ware negatief.
Het ontbreken van een positief perspectief voor blijvende vrede maakte Europa tot de oorsprong van twee oorlogen op wereldschaal. Vandaag mogelijk van een Derde Wereldoorlog. Europa was een eeuwlang brandhaard, en verloor daardoor haar wereldpositie, met name door dekolonisatie.
Sinds de Suez-crisis, toen Europa moest buigen voor de pressie van Rusland en Amerika, leek denken in eigen geopolitieke termen van de Europese agenda verdwenen te zijn. Noodgedwongen lijkt vandaag geopolitiek denken weer aan de orde. De wereld laat Europa niet met rust.
b. Het kader: Wereldorde. Geopolitiek, de relatie van de politiek tot de plek, is een tijd lang van minder belang geacht. Europa nam geopolitiek vakantie. Dit had ook te maken met de Westerse monopolisering van de internationale politiek na de Tweede Wereldoorlog, tot een unipolair bestel,waarbij in de eerste plaats een Amerikaanse wereldorde een gegeven was, met instituties als de VN en de Wereldbank. En aangenomen werd dat vraagstukken konden worden aangepakt zonder veel rekening te houden met de geopolitieke machtsverhoudingen.
Er waren natuurlijk tegenbewegingen, zoals van de landen van de Bandoeng conferentie en de communistische vazalstaten. Maar de Amerikaanse orde leek sterk genoeg om bij het sluiten van de twintigste eeuw Fukuyama het einde ven de geschiedenis te laten verklaren.
Deze universele wereldorde werd in het nieuwe millennium door het gedrag van China, India en Rusland minder geloofwaardig. Er werd gepleit voor een multipolaire orde.
Ook het gedrag van de Verenigde Staten als de voornaamste handhaver van deze orde was niet consistent succesvol. Sinds 2000 hebben Amerikaanse legers meer rekening moeten houden met de geografie. En zich moeten terugtrekken zoals eerder uit Vietnam, uit Irak en Afghanistan. Kortelings dachten de VS zich ook terug te trekken uit Europa, om China te bekampen.
De besluitvorming ligt in Washington. Momenteel heeft Amerika Europa willen verdedigen tegen een Russische invasie. De garantie bestaat alleen op papier. Er lijkt steeds vaker een vernieuwde geopolitieke wereldorde nodig waarin Europa zelfstandiger kan en wil handelen. De vraag is of dit kan.
c. Het probleem: Het imperium. In de Westerse wereldrond 2000was het geopolitieke denken voor een tijdlang door ideologische factoren verdrongen. Het denken was geglobaliseerd. Er werd gedacht in termen van wereldwijde marktwerking of democratie, men denke aan Fukuyama. Maar dit denken in utopische niet-territoriale termen verduisterde het zicht op het bestaan van de supranationale staat, het Imperium. Deze grootschalige territoriale politieke eenheden hebben een eigen dynamiek en profiel.
Imperiae zijn anders omdat zij geografisch anders gesteld zijn. Ik noemde al het continentale karakter en de kwestie van land of zee. Het omvat een diversiteit van nationaliteiten, is principieel supranationaal. Het imperium heeft een grootschalige beheersstructuur die al dan niet kan streven naar interne uniformiteit of externe expansieHet imperium is vooral gekenmerkt door besluitvorming aan de top. De naam is immers ontleend aan de behoefte aan een imperator, aan leiding, besluitvorming.
d. De drijfveer: Autarkie. Deze herontdekking van de grootschalige geografie betreft uiteraard niet alleen de ligging en omvang van het territoir, maar ook wat daarmee samenhangt, zoals de grondstoffen, de bevolkingsomvang, de positie in de wereldhandel.
Recent heeft de oorlog in Oekraïne het belang van de landbouw doen herontdekken, en van gas, en een dreigende oorlog rond Taiwan heeft duidelijk gemaakt dat zowel China als Europa zeer afhankelijk zijn van de geavanceerde chipsindustrie ter plekke.
Vanaf het begin heeft het geopolitieke denken inspiratie gevonden bij het begrip autarkie. En de huidige herontdekking van de geopolitiek maakt in belangrijke mate duidelijk of men niet teveel afhankelijk is geworden van het buitenland, waar immers goedkopere grondstoffen en arbeidskrachten te vinden zijn. De imperiale politiek moest bevorderen dat er geografisch voldoende Lebensraum is. Dat wil zeggen, eigen grondstoffen voor de eigen populatie. Hitler was een overtuigd geopoliticus en is niet langer de enige. Trump, America First, is een andere.
1 Marc Raeff: “Political Ideas & Institutions in Imperial Russia” (Boulder, Colorado and Oxford: Westview Press Inc, 1994)
[ii] Martin Malia: “Russia under Western Eyes: From the Bronze Horseman to the Lenin Mausoleum” (Cambridge, Massachusetts, and London: Belknap Press of Harvard University Press, 1999)
Edgar Morin: “Il Rosso e il Nero, Breviario di Filosofia Russa”(essay in La Repubblica, 11 juni 2022)