Als een reactie op drie vraagstukken op 21 januari 2016 ingeleid door J. W. van Waning (D’66) gaf Adriaan van der Staay de onderstaande zienswijzen.
1. Europa en Nederland
Europa is groot en Nederland is klein en niet opgewassen tegen het probleem van de Europese en mondiale geopolitiek.
De meest constante houding van Nederland is die van een handelsland. Het korte termijn voordeel overweegt altijd boven de lange termijn strategie.
De bevolking van Nederland denkt beter over Europa dan het Haagse leiderschap. Van de Nederlanders zijn twee voor Europa en een is tegen. Leiderschap inzake Europa bestaat nauwelijks bij de politieke elite.
In het algemeen is de Nederlandse positie in Europa die van onwil de werkelijkheid van oorlog onder ogen te zien. Dit is een oude traditie. Johan de Wit verwachtte geen rampjaar in 1672, de republiek voorzag geen bezetting door het Frankrijk van Napoleon, Colijn niet die door Duitsland. Nederland klampt zich vast aan een mentale bezetting door Amerika, om niet zelf te hoeven oordelen inzake oorlog en vrede.
Er is een positieve minderheidslijn: Nederland voelt zich beschermd door internationale wetgeving en steunt internationale acties.
2. Amerika en de Wereld
Obama heeft binnenlands en buitenlands een realistische politiek gevoerd. Zijn succes is enorm. De welvaart is terug, de werkeloosheid laag, de gezondheidszorg is met miljoenen verzekerden uitgebreid en niettemin goedkoper.
Hij heeft gigantische handelsakkoorden met Azië gesloten en is op weg dit ook met Europa te doen. Terwijl Rusland en China en de olieproducerende landen in moeilijkheden verkeren, staat Amerika sterk.
De relatie met nucleair Iran en met autoritair Cuba is in beweging gekomen in het voordeel van Amerika.
Hij is geen nieuwe oorlogen begonnen vergelijkbaar met die van voorgangers die verantwoordelijk waren voor mislukkingen in Vietnam of Irak.
Hij heeft het realisme gehad prudent op te treden tegenover Rusland, China en het Nabije Oosten.
Hij is er niet in geslaagd de domheid en de hysterie uit de Amerikaanse politiek te verdrijven, maar heeft twee keer het Presidentschap gewonnen en draagt het mogelijk over aan Hillary Clinton, niet aan een of andere ugly American.
In zijn laatste State of the Union heeft hij bij mijn weten Europa niet een keer genoemd.
3. Het Westen en de terreur
De aanslag op het Wereldhandelscentrum, was al de tweede daarop, maar niet voorzien door het regiem Bush.
Ze was uitvloeisel van binnenlandse strijd in de Arabische wereld, werd uitgevoerd door Saoediërs vanuit Duitsland. De twee zelfmoordaanslagen op Washington mislukten grotendeels, maar door de constructiewijze van de Twin Towers slaagde de zelfmoordactie in New York boven verwachting: de gebouwen stortten ineen.
Dit had tot gevolg een aantal politieke rampen. De grootste: Bush werd herkozen.
Een oorlog tegen het terrorisme werd verklaard, maar uitgevoerd alsof het ging om voortzetting van de Koude Oorlog. Een hete oorlog met aanvallen op de staten Afghanistan en Irak, werd gevoerd, staten die weinig of niets te maken hadden met de aanval van nine-eleven.
Amerika bleek overigens niet van plan in het Nabije Oosten een nieuw koloniaal imperium te stichten. De overwinningen dienden dus tot niets, dan de ontregeling van het Nabije Oosten.
Rond 2000 bestond binnen de Arabische wereld de hoop, dat de bestaande autoritaire staten zouden evolueren tot moderne democratieën. Die is nu vervangen door een terugval in een strijd tussen democratie en theocratie, die het Westen sinds 1648 geleidelijk achter zich liet.
Het westen kan maar één ding nastreven: het weer oppakken van de draad van moderne staatsvorming en democratisering uit 2000.
In de strijd tussen twee theocratieën, de Soennitische en de Shiitische, ware geen partij te kiezen. Amerika deelt dan deze positie met China, Rusland en Europa.
Democratisering is in het nieuwe millennium niet geheel gestopt. Te wijzen valt bijv. op Indonesië, Tunesië, Myanmar en Taiwan.
Terwijl Europa geplaagd wordt door series van buitenlandse terreur aanslagen, zijn die in Amerika sporadisch.